Nederlandse kampeerbranche onder druk

kampeerzaken.nlEen nieuw NRIT-onderzoek naar de Nederlandse kampeersector wijst uit dat de Nederlandse kampeersector onder druk staat, maar niet in paniek is. Het rapport van NRIT Onderzoek bevat naast een uitgebreide beschrijving van het aanbod ook een uitvoerige analyse van de vraag naar kampeervakanties waarbij de ontwikkelingen in de kampeersector tussen 1997 en 2006 centraal staan.
 Nederlandse campings minder bezet
De bezetting van Nederlandse campings staat onder druk. Ten opzichte van 2002 is in 2005 de slaapplaatsbezettingsgraad op zowel toeristische als vaste standplaatsen gedaald. Dat blijkt uit NRIT-onderzoek naar de Nederlandse kampeersector. Desondanks is en blijft het kamperen voor Nederlanders nog steeds verreweg de meest populaire vorm van vakantie vieren in eigen land. De vraag is uiteraard in hoeverre deze minder positieve ontwikkeling door zal zetten.
Weinig zicht op herstel
Recente cijfers van het CBS over de eerste negen maanden van 2006 wijzen nog niet op herstel. Toch blijken de voor dit onderzoek benaderde ondernemers vooralsnog tamelijk positief gestemd te zijn over het kamperen in de komende jaren.
Ruim 2.500 campings in Nederland
Volgens het NRIT zijn in Nederland zo’n 2.531 campings actief. Die zijn onder te verdelen in 1.299 bedrijven met meer dan 40 standplaatsen, de zogenaamde ‘grotere campings’, en 1.232 bedrijven met 40 of minder standplaatsen, ofwel de ‘kleine campings’. Het totaal aantal standplaatsen op Nederlandse campings bedraagt 334.000. Hiervan is 44% een toeristische standplaats en 56% een vaste standplaats. Binnen die vaste standplaatsen is 70% een jaarplaats. De overige zijn seizoenplaatsen. Uit voorgaande cijfers mag niet de conclusie worden getrokken dat de kleine campings een even groot belang op de Nederlandse kampeermarkt vertegenwoordigen als hun grote broers. Hoewel er op beide segmenten vrijwel evenveel bedrijven actief zijn, is de verdeling van standplaatsen radicaal anders. Kleine campings vertegenwoordigen slechts 7% van het totaal aantal standplaatsen.
Bezetting daalt
In 2005 brachten zo’n 3,5 miljoen toeristen een vakantie door op een Nederlandse camping. Ruim driekwart van hen komt uit eigen land. Zij realiseerden samen met de buitenlandse gasten zo’n 22 miljoen overnachtingen. Met een kleine uitschieter in 2003 (prachtig, droog weer) zijn deze cijfers al enige jaren stabiel. Zorgelijk punt is de daling van de slaapplaatsbezettingsgraad. Mede door de groei van het aanbod is die op toeristische standplaatsen tussen 2002 en 2005 met 2,6% gedaald. Ook de bezetting van vaste standplaatsen maakte tussen 2002 en 2005 geen positieve ontwikkeling door.
Veel kampeerplannen in Nederland
Het NRIT verwacht dat in de nabije toekomst veel Nederlanders blijven kamperen. Dat blijkt uit onderzoek dat in oktober van 2006 in samenwerking met GfK Panel Services onder 4.400 Nederlanders is uitgevoerd. Zo’n 45% van de respondenten geeft aan de komende drie jaar een of meerdere kampeervakanties te zullen maken. De afgelopen drie jaar heeft 37% van de Nederlanders daadwerkelijk een kampeervakantie ondernomen. Uitgaande van een bepaalde overschatting (plannen komen niet altijd uit) mogen we daarom spreken van een stabiele toekomstverwachting. De respondenten die niet van plan zijn te gaan kamperen vinden het over het algemeen gewoon niet leuk. Andere redenen zijn het te veel behelpen en te weinig comfort. Ook het niet beschikken over een kampeeruitrusting, afhankelijkheid van het weer, slechte gezondheid/handicap en de hoge leeftijd zijn veelgenoemde redenen.
Ondernemers kampeerbranche zijn positief
Ondanks de dalende bezettingsgraad zijn de kampeerondernemers positief over de toekomst. Voor wat betreft het aantal gasten en overnachtingen verwacht 56% van de ondernemers de komende vijf jaar een groei. Ruim 65% van de ondernemers verwacht dat in de toekomst de omzet zal stijgen.
Concurrentie zonvakanties en boerencampings
Nederlandse kampeerondernemers verwachten wel steeds meer concurrentie van aantrekkelijke (zonzekere en goedkope) bestemmingen in het buitenland. Ook van goedkopere binnenlandse campings wordt behoorlijke concurrentie verwacht. Daarbij wordt vooral gekeken naar de boerencampings, die volgens de reguliere kampeerbedrijven bovendien in een beter ondernemersklimaat mogen opereren. Ondernemers vinden verder dat de gasten steeds veeleisender worden. De strenge regelgeving van de (lokale) overheid wordt door veel ondernemers als een ernstig knelpunt gezien.
Kamperen duurder geworden
Kamperen op een Nederlandse camping is tussen 2002 en 2006 een stuk duurder geworden. Moest in 2002 een gezin voor een weekje kamperen op een gemiddelde camping nog 158 euro betalen, in 2006 is dat gestegen tot 182 euro (+15%). Ook het huren van jaar- en seizoenplaatsen is tussen 2002 en 2006 een stuk duurder geworden.
Grotere standplaatsen
De standplaatsen op Nederlandse campings worden wel steeds groter. Was in 1997 een toeristische standplaats nog gemiddeld 93 m2, anno 2006 is dat gegroeid naar 103 m2.
Nieuw classificatiesysteem slaat aan
Het dit jaar door de ANWB vernieuwde classificatiesysteem lijkt aan te slaan in de sector. Slechts 29% van de ondernemers geeft nog de voorkeur aan het oude sterrensysteem, 28% heeft een duidelijke voorkeur voor het nieuwe systeem met rapportcijfers. De overige ondernemers maakt het niets uit. Nederlandse campings worden gewaardeerd met een 7,7 als gemiddeld rapportcijfer, het gemiddeld aantal sterren bedraagt 3,2.
Het NRIT-onderzoek
Het onderzoek ‘De Nederlandse kampeersector, ontwikkelingen in vraag en aanbod’ is bij NRIT Media te bestellen. Het rapport, dat is samengesteld door NRIT Onderzoek, bevat naast een uitgebreide beschrijving van het aanbod ook een uitvoerige analyse van de vraag naar kampeervakanties. In het hoofdrapport staan de ontwikkelingen in de kampeersector tussen 1997 en 2006 centraal. In het omvangrijke bijlagenboek worden alle resultaten uit de aanbodinventarisatie van 2006 gerapporteerd naar provincie, toeristengebied en bedrijfsgrootte.
Meer informatie: www.nritmedia.nl

Like dit artikel
Tweet dit artikel