BOEDAPEST – Mensen die van lekker eten houden en dit graag buiten de deur doen, kunnen het beste Hongarije als vakantiebestemming kiezen.
Ook andere bestemmingen in het oosten van Europa zijn vriendelijk voor de portemonnee.
Smulpapen die in Boedapest of aan het Balatonmeer willen dineren zijn gemiddeld 52 procent goedkoper uit dan in Nederland. Een traditionele goulash in een knus restaurantje aan de oevers van de Donau voor minder dan de helft van de prijs hier, wie wil dat niet? Ook in andere Oost-Europese landen is de horeca stukken minder duur dan in ons land. Tsjechië is 41 procent goedkoper, Slowakije 32 procent en Polen 30.
Zonaanbidders zijn in Zuid-Europese restaurants ook voordeliger uit dan in Nederland. Een portie gegrilde sardines is in Portugal gemiddeld 24 procent goedkoper. Ook Spanje past in dit rijtje, een authentieke paella is er 12 procent voordeliger. Griekenland sluit dit rijtje af met iets minder dan 10 procent. 
Met de voor Nederlanders populairste landen, zijn de prijsverschillen kleiner. Duitsland is 4 procent voordeliger en Frankrijk één procent. Oostenrijk en Italië staan op gelijke voet met Nederland, de prijzen zijn er nagenoeg hetzelfde.
Duurder
Het eerste land waarbij opvalt dat de horeca duurder is, is Groot Brittannië. Tijdens de Olympische Spelen in Londen vorig jaar waren de prijzen nog op redelijk gelijk niveau, maar sindsdien heeft het alsmaar sterker wordende Britse pond een restaurantbezoek aan de overkant van de Noordzee gemiddeld 7 procent duurder gemaakt. Een portie fish & chips wordt voor Nederlanders op deze manier niet alleen door de toegevoegde azijn zuurder.
Een bourgondische maaltijd bij onze zuiderburen is zo’n 8 procent onvoordeliger. Maar de noorderburen spannen de kroon. Budgetreizigers kunnen zich er beter helemaal niet vertonen. In Noorwegen is een diner in een restaurant namelijk maar liefst 79 procent duurder. Een moot gebakken Noorse zalm kunt u dus beter thuis in een eetcafé bestellen.
Denemarken volgt met een plus van 47 procent, Zweden is 44 procent onvoordeliger. Finland voegt 25 procent toe en Ierland is 18 procent duurder. Zwitserland eindigt onder Noorwegen met een prijsverschil van 62 procent. Dat verschil zit hem vooral in de waardestijging van de Zwitserse frank ten opzichte van de euro.
Het Economisch Bureau van de ING Bank onderzocht het prijspeil in de horeca in twintig populaire vakantiebestemmingen. Niet alleen zijn de prijzen vergeleken, maar om een eerlijk onderzoek te maken zijn ook de wisselkoerseffecten meegenomen. Hoewel de prijs voor veel reizigers niet doorslaggevend is bij het bepalen van een vakantiebestemming, loont het om voor vertrek te vergelijken.
Bron: ING