Wie de Auriga Explorer voor het eerst ziet, fronst waarschijnlijk even de wenkbrauwen. Een pick-up met zes wielen, uittrekbare zijwanden en een hefdak dat zich ontvouwt tot een volwaardig huis op wielen: het oogt als iets tussen sciencefiction en bouwpakket. Toch is deze Duitse creatie geen grap, maar een serieus ontworpen expeditiecamper die inzet op compact reizen én comfortabel kamperen.
Auriga positioneert de Explorer als een slimme ‘overlander’: redelijk compact, maar met genoeg leef- en slaapruimte. Gebouwd op de Ford Ranger of VW Amarok combineert hij offroad-capaciteiten met een verrassend flexibel woongedeelte. Achter het opvallende uiterlijk schuilt een idee dat past bij de tijdgeest: compacter, efficiënter en geschikt om off-grid te overnachten. De vraag is alleen of dit technisch kunststukje in de praktijk ook zo praktisch en duurzaam blijkt.
Het idee achter de Explorer
Auriga is een jonge Duitse onderneming die het gat wil vullen tussen de zware expeditietrucks en de lichtere pick-up campers met opbouw. Je zou het niet zo gauw zeggen, maar waar de eerste categorie vaak richting 7,5 ton of meer gaat, blijft de Explorer bewust onder de 3.500 kilo. Daardoor mag hij met een gewoon B-rijbewijs gereden worden.
De filosofie is eenvoudig: één voertuig dat klein genoeg is om over smalle wegen of bergpassen te rijden, maar ruim genoeg om dagenlang autonoom te kamperen. De Explorer is ontworpen als modulair systeem, zodat de leefmodule eventueel ook per container verscheept kan worden. Dat is een belangrijk detail voor reizigers die hem ook op een ander continent willen gebruiken.
Techniek en constructie
De basis van de Auriga Explorer is een Ford Ranger Single Cab, eventueel ook leverbaar als VW Amarok. Daarboven komt een zelfdragende glasvezelversterkte opbouw met drie uitschuifbare delen: twee aan de zijkanten en één aan de achterzijde. En dan ook nog het hefdak.
De twee zijmodules schuiven elektrisch uit en vergroten het interieur met circa 80 centimeter in de breedte. Aan de rechterzijde ontstaat extra ruimte voor de zithoek en kastruimte, terwijl de linkerzijde dienstdoet als keukenmodule. Achteraan schuift een derde compartiment uit, bedoeld als garage of berging voor bijvoorbeeld fietsen, gereedschap of reservewielen. Ingeklapt sluiten de units volledig vlak aan op de carrosserie; uitgeklapt vormen ze een naadloos geheel met het woongedeelte.
Het dak kan omhoog via een pneumatisch hefsysteem en biedt de camper dan een stahoogte van ruim twee meter. De constructie is isolerend en bestand tegen vorst en hitte, al moeten langdurige praktijkervaringen dat nog bewijzen.
Het opvallende “zeswielige” uiterlijk blijkt trouwens optisch bedrog: de achterste set banden zijn reserves, volledig functioneel en identiek aan de hoofdbanden, maar zonder aandrijving. Ze kunnen bij pech direct worden gemonteerd — handig in afgelegen gebieden waar een lek niet zomaar te repareren is.
Leven aan boord
Binnenin maakt de Explorer indruk met een slimme indeling. De alkoof herbergt een dwarsbed van 2,00 bij 1,80 meter met Froli-schotels. De zitgroep daaronder is om te bouwen tot een tweede tweepersoonsbed. Een compacte keuken met dieselkookplaat, oven en compressorkoelkast maakt het geheel zelfstandig.
De badkamer is bijzonder: de entree vormt tegelijk de doucheruimte. Wandpanelen klappen naar binnen om een volwaardige cabine te creëren, waarbij het douchewater via een filtersysteem deels wordt hergebruikt. Een droogscheidingstoilet schuift uit een kast. Dat klinkt futuristisch, maar het concept is eerder gezien bij expeditievoertuigen — Auriga heeft het alleen nóg compacter weten te maken.
De interieurafwerking is volgens Auriga strak en modern, met lichte panelen en aluminium details. Nog niet alles is productierijp, maar de afwerking zou dichter bij jachtbouw liggen dan bij traditionele camperbouw.
Offroad en autonomie
De Explorer blijft trouw aan zijn pick-up principe. Met vierwielaandrijving, een hoge bodemvrijheid en een korte overhang blijft de terreinvaardigheid behouden, zelfs met de opbouw erop. Ingeklapt blijft de breedte beperkt tot zo’n 2,10 meter, wat nog te doen is op smallere wegen.
Auriga mikt op een hoge mate van autonomie. De camper gebruikt een dieselverwarming en -kookplaat, waardoor geen gasflessen nodig zijn. Een zonnepaneel en lithiumaccu (specificaties nog niet vrijgegeven) moeten voldoende stroom leveren voor langere periodes off-grid. De gerecyclede douche bespaart water, wat het voertuig geschikt maakt voor reizen door droge gebieden.
Gewicht, regelgeving en onderhoud
Auriga belooft een rijklaar gewicht onder de 3.500 kg. Daarmee blijft de Explorer binnen de Europese grenzen voor het B-rijbewijs en gelden lagere toltarieven in veel landen. Toch zal het een uitdaging zijn om met alle voorzieningen, water en bagage binnen dat maximum te blijven.
De technische complexiteit is ook aanzienlijk. Elektropneumatische schuifmodules, hergebruik van douchewater en geïntegreerde verwarmingssystemen vereisen onderhoud. Auriga zegt te werken aan een Europees servicenetwerk, maar concrete partners zijn nog niet bekend. Wie met dit voertuig de wereld rond wil, zal voorlopig zelfredzaam moeten zijn.
Toekomstperspectief
De Explorer valt op in een markt die snel professionaliseert. Waar campers als de EarthCruiser of Bliss Mobil eerder op vrachtwagenchassis staan, kiest Auriga voor een lichtere, toegankelijke basis. Dat maakt hem interessant voor avonturiers die ver willen reizen zonder rijbewijs C.
De kans op succes hangt af van hoe betrouwbaar het systeem van uitschuifdelen en pneumatiek zich in de praktijk bewijst. Als dat lukt, kan de Explorer een nieuwe niche openen: de compacte expeditiecamper die zowel in de modder als de stad zijn diensten bewijst.
De Auriga Explorer is een opvallend experiment dat durft te breken met conventies. Zijn uiterlijk is vreemd, maar zijn logica is helder: klein rijden, groot leven. Alles draait om efficiëntie, bereikbaarheid en autonomie. Of het concept standhoudt in zand, kou en stof moet nog blijken — maar dat de Explorer nieuwsgierigheid wekt, staat buiten kijf. Een camper die evenveel vragen oproept als oplossingen biedt. Misschien juist daarom zo interessant.





