Camper tot 4.250 kilo toegestaan met rijbewijs B – maar alléén met een alternatieve aandrijving
Sinds gisteren – 1 juli 2025 – mogen camperaars met een B-rijbewijs in Nederland een camper tot 4.250 kilo besturen, mits het voertuig elektrisch is of op een andere alternatieve brandstof rijdt. Met deze nationale regeling wil de overheid het verduurzamen van campers versnellen en wordt het rijbewijs C minder vaak verplicht voor zwaardere voertuigen.
De maatregel is vooral van belang voor nieuwe en bestaande elektrische campers, die door het accupakket vaak boven de oude grens van 3.500 kilo uitkomen. Voor traditionele campers met een diesel- of benzinemotor blijft het rijbewijs C of C1 verplicht; deze voertuigen vallen niet onder de nieuwe regeling. Wie van plan is om met een zwaardere elektrische camper naar het buitenland te reizen, moet voorlopig goed letten op afwijkende regels buiten Nederland.
Nederlandse en Europese regels lopen door elkaar
De versoepeling van het B-rijbewijs per 1 juli 2025 is een nationale regeling die vooruitloopt op Europese wetgeving. Tegelijkertijd werkt Brussel aan een bredere, definitieve rijbewijsrichtlijn die pas later in alle EU-landen van kracht wordt.
Omdat de precieze invoering en invulling per land kan verschillen, ontstaat tijdelijk een lappendeken aan regels. Camperaars krijgen daardoor te maken met verschillen tussen Nederland en het buitenland – en soms zelfs met onzekerheid over welke eisen precies gelden voor hun voertuig en rijbewijs.
Uitzondering voor duurzaam aangedreven campers
Voor campereigenaren betekent de wijziging concreet dat de beperking tot 3.500 kilo vervalt als de camper volledig elektrisch is, op waterstof rijdt, LPG gebruikt of op een andere alternatieve brandstof functioneert, zoals CNG, LNG of mechanische energie uit afvalwarmte. Volledig op benzine of diesel aangedreven campers zijn uitgesloten van deze verruiming.
Wie minimaal twee jaar in het bezit is van het B-rijbewijs, mag zo’n zwaardere duurzaam aangedreven camper besturen zonder aanvullende training of examen. Dit verlaagt de drempel om elektrisch te gaan rijden, want het accupakket van nieuwe elektrische campers zorgt al snel voor een hoger voertuiggewicht.
Conventionele campers blijven uitgesloten van versoepeling
De nieuwe regeling geldt dus uitsluitend voor campers die elektrisch zijn of op een andere alternatieve brandstof rijden. Campers met een diesel- of benzinemotor blijven onder de oude regels vallen: voor voertuigen zwaarder dan 3.500 kilo blijft het C- of C1-rijbewijs verplicht. Een aanvullende training of toets voor het B-rijbewijs is niet mogelijk.
Het is pas na de invoering van de toekomstige Europese richtlijn wellicht – maar daar bestaat nog veel onduidelijkheid over – mogelijk wordt om conventionele campers tot 4.250 kilo met B-rijbewijs en aanvullende training te mogen besturen, maar dat ligt nog enkele jaren in de toekomst.
Aanhanger: geen verruiming voor B-rijbewijs
De nieuwe regeling maakt het vanaf 1 juli 2025 mogelijk om met een B-rijbewijs een zwaardere, elektrisch of anderszins duurzaam aangedreven camper tot 4.250 kilo te besturen, maar uitsluitend zonder aanhanger. Zodra er een aanhanger aan de camper wordt gekoppeld en het totaalgewicht van de combinatie boven de 3.500 kilo uitkomt, blijft het BE-rijbewijs of rijbewijs C1 verplicht, net als onder de huidige regels. De verruiming van het B-rijbewijs heeft dus alleen betrekking op het voertuig zelf en verandert niets aan de eisen voor het trekken van een aanhanger of caravan.
De grens van 5.000 kilo, die in de toekomst mogelijk onder Europese regelgeving van belang wordt voor combinaties, geldt voorlopig niet in Nederland. Wie met een elektrische camper én aanhanger wil rijden en uitkomt boven de 3.500 kilo totaalgewicht, zal voorlopig gewoon het BE- of C1-rijbewijs nodig blijven hebben.
Invoering Europese richtlijn duurt jaren
De verwachting is dat de nieuwe Europese regels ergens tussen 2027 en 2030 in nationale wetgeving worden omgezet, maar een exacte datum is nog niet bekend. Onderdelen van de richtlijn, zoals de verruiming voor duurzaam aangedreven voertuigen, kunnen mogelijk eerder in Nederland worden ingevoerd. Lidstaten krijgen ruimte om eigen, strengere eisen toe te passen dan de Europese minimumnorm voorschrijft.
Reacties uit de branche
Zowel BOVAG als NKC reageren positief. “De verhoging van het maximumgewicht maakt elektrisch rijden voor campers eindelijk praktisch haalbaar,” zegt Tom Leenstra van NKC. “Voor veel camperaars en fabrikanten is dit een belangrijke doorbraak.” De BOVAG verwacht dat het aanbod elektrische campers de komende jaren verder groeit, zodra fabrikanten weten waar ze aan toe zijn.
Let op: buiten Nederland kunnen andere regels gelden
De nieuwe regeling geldt alleen binnen Nederland. In andere landen kunnen afwijkende regels gelden, zeker zolang de Europese richtlijn nog niet in alle lidstaten is omgezet. Campereigenaren doen er verstandig aan om bij reizen naar het buitenland altijd de lokale wet- en regelgeving te controleren.
Nog even samengevat – wat verandert er?
- Een camper tot 4.250 kg besturen met B-rijbewijs mag vanaf 1 juli 2025 in Nederland, mits deze volledig elektrisch (dus niet hybride) is of op een andere alternatieve brandstof rijdt én de bestuurder minimaal twee jaar het B-rijbewijs heeft.
- Voor conventionele campers (diesel/benzine) van meer dan 3.500 kg blijft het C- of C1-rijbewijs verplicht; de nieuwe regeling biedt daarvoor géén versoepeling of aanvullende training.
- De verruiming geldt alleen voor het voertuig zonder aanhanger. Voor campers met aanhanger boven de 3.500 kg totaalgewicht blijft BE of C1 verplicht.
- De 5.000 kg-grens voor combinaties geldt (nog) niet in Nederland.
- Buiten Nederland kunnen afwijkende regels gelden.
Met de aanstaande verruiming van het B-rijbewijs zet Nederland een belangrijke stap richting meer keuzevrijheid en verduurzaming voor camperaars. Wie elektrisch of op alternatieve brandstof wil reizen, krijgt meer ruimte – maar wie met een zware, conventionele camper of combinatie de grens over wil, moet voorlopig goed op de details blijven letten. Maar, omdat Nederland vooroploopt op de nieuwe Europese regelgeving – die bovendien per lidstaat verschillend kan worden doorgevoerd – wordt het er niet duidelijker op.