Redacteur Erik Peers heeft al heel wat ervaring met kamperen in de sneeuw: al zo’n 25 jaar trekt hij er ‘s winters op uit met de caravan. Daar leer je een hoop van en deze leerervaringen wil hij je niet onthouden.
Ooit begonnen met een bungalowtent en later een ‘klapkar’, werd ons het idee aan de hand gedaan om een caravan te kopen zodat je ook in het winterseizoen kunt kamperen. Nadat we alles op een rijtje hadden gezet – de kosten voorop uiteraard – bleek dat een goed idee. Onze eerste caravan was een Bürstner. Met de jerrycan toen nog in de dissel. Niet zo handig als het 20 graden Celcius zou gaan vriezen. De dealer heeft daar toen nog wat op gevonden: de leidingen in de dissel naar binnen en doorverbinden en een ‘aftapping’ maken in de toiletruimte zodat daar de jerrycan met water kan staan. Een prima idee.
Pionieren
Via via kwamen we terecht op een camping in Brixen im Thale, Oostenrijk en daar hebben we nooit spijt van gehad. De elektriciteitvoorzieningen hielden toen nog niet over. ’s Avonds stonden we met een groepje notoire rokers – dat was toen nog redelijk in – altijd buiten bij het licht van een van de weinige lantarens op de camping. Het kwam iedere avond wel voor dat we dan bij alle caravans op ons rijtje de verlichting uit zagen gaan. Koffiezetten terwijl de tv aanstaat, ging toen nog niet samen. Automatische zekeringen waren er niet op de camping zodat we maar weer naar de receptie gingen om wat zekeringen op te halen. Ondanks de kou hebben we eigenlijk toch wel wat afgelachen. Vooral wanneer bekend was wie de boosdoener was. Die kwam duidelijk aan de beurt met ‘goed bedoelde’ opmerkingen. Kortom, het was nog een beetje pionieren.
Later is de camping redelijk verbeterd en ook de caravans waren meer toegerust op het winterkamperen. Wij hadden inmiddels een Knaus met ingebouwde watertank. Een klein minpuntje was de ‘luchtinlaat’ achter de koelkast in de vloer. Wanneer het vroor en de wind stond daar verkeerd op, bevroren de waterleidingen die er¬langs liepen. Nadat deze inlaat was dichtgemaakt was dat gelukkig voorbij.
Nog later werd ons een Polar caravan van één jaar oud voor de helft van de nieuwprijs aangeboden. Daar hebben we niet lang over hoeven nadenken. Hoewel het verwarmingssysteem met een Truma-kachel met lucht de caravan goed warm houdt, is dit niet te vergelijken met de aangename vloeistofverwarming. Het grote voordeel daarvan is dat die zowel op gas als op elektriciteit of een combinatie van beide te gebruiken is.
Schrik van gasmelder
In het voor- en najaar kan je meestal met een verbruik van circa 1000 watt de avondkou uit de caravan krijgen. ’s Winters op gas. Met een beetje kou, zeg -20 graden Celcius, ben ik in een dag of vijf wel door z’n 11 kilogram gas heen. Ook de koelkast kan je ’s winters het beste op gas zetten, wil je niet aan het eind van de vakantie een dijk van een elektriciteitsrekening krijgen. Twee flessen met een verdeler ertussen – circa 200 euro – is erg handig. Deze schakelt automatisch over naar de volle fles wanneer de andere leeg is. Nadeel is dat ze net als alle andere gasdrukmeters slechts een beperkt aantal jaren mee kunnen. Wil je dus verzekerd zijn, dan is het raadzaam deze op tijd te vervangen. Aan de andere kant, wat is 50 euro op jaarbasis voor veiligheid.
Monteer ook een gas- en rookmelder in de caravan. Schrik niet van de prijs van een gasmelder – maar ja, je kunt beter schrikken dan nooit meer wakker worden. De gasmelder is meestal op 220 volt en de rookmelder via een 9 volt batterij. Die kunnen leegraken en natuurlijk altijd op het moment dat je zelf in Nederland zit. Ik heb het meegemaakt en werd thuis gebeld door de camping. Gelukkig hadden ze diverse sleutels die ook op onze caravan pasten en konden ze de bijna lege batterij verwijderen.
Pallets en luifels
Een stevige en vooral met kinderen ruime voortent is gemakkelijk om van alles en nog wat in kwijt te kunnen. Wij zelf hadden er onder andere vier dikke winterjassen, de skischoenen en de ski’s in staan. ’s Nachts lagen de schoenen onder het bed van de kinderen. Een rekje van de Gamma complementeerde de hele boel. Op elke camping zijn pallets te huur/te koop die je als vloer kunt gebruiken. Tegenwoordig zijn er ook kunststof vloerdelen te koop. Wel handig, maar het neemt enorm veel ruimte in op de heen- en terugweg. De tochtflappen bevestigde ik alleen aan de lange zijden van de caravan zodat eventueel vocht onder de caravan weg kon. Boven de (schuine) voorruit van de caravan is het raadzaam om een luifel te plaatsen. Deze zijn van aluminium gemaakt en voorkomen dat er ijspegels op de voorruit komen. Om de dissel te beschermen tegen de ijspegels die van de raamluifel naar beneden komen, hebben we een pees gekocht en een paar meter tentdoek. Deze dubbelgestikt met een soort verpakkingsvlies ertussen, pees meegestikt natuurlijk en in de hoeken een paar ringen. Hiermee kan je hem vastzetten aan de caravan zodat hij niet opwaait. Ik deed dat met een paar fietsbinders met haken eraan.
Ingestorte voortent
Zorg ook dat de sneeuwschep ‘voor het grijpen’ is. Wanneer je na een tijdje weer aankomt bij je caravan kan de sneeuw aardig hoog liggen. Alleen de paden worden sneeuwvrij gehouden op de camping, zodat je meestal meteen aan de slag moet voordat je de caravan in kunt. Maar goed, kachel aan en na een uurtje is het weer behaaglijk in de caravan. Zet in de voortent extra stokken neer wanneer je een tijdje weg bent. Om de 50 centimeter is echt niet verkeerd. Ik heb heel wat ingestorte wintervoortenten gezien op de camping. Maak de flappen van de voortent – en langs de zijkanten – niet vast met haringen. Die krijg je er nooit meer uit wanneer het nog vriest dus leg daar stenen op.
Vergeet ook de afvoerpijpjes van de gaskachel en het afzuigkapje niet te verlengen. Deze verlengstukken zijn in elke caravan winkel te koop.
Over de dakluiken kan je een ‘hondenhok’ zetten. In het kort, dit zijn vier kunststof ‘planken’ met een doorzichtige koepel er op. Is toch wel lekker wanneer je je dakraam een beetje kunt openzetten zonder de sneeuw naar binnen te krijgen. Juist ja, vooral op het toilet.
Staat je caravan met de dissel naar het pad, zet dan een lange stok voor de dissel zodat bij het schoonmaken van de paden niet per ongeluk de dissel meegenomen wordt. Je kunt het zeikerig vinden, maar het gebeurt echt een keertje wanneer er genoeg sneeuw is gevallen. Je zult maar aan de beurt zijn.
Meestal gingen wij, maar ook de andere caravanners, in de herfstvakantie de boel opbouwen voor de winter. Bij het laatste bezoek, meestal in de krokusvakantie, namen we hem dan weer mee naar huis. Afbreken in de sneeuw is minder erg dan opbouwen in de sneeuw.
Erik Peers