Wijdbeens, met haar armen in de lucht, gilt ze: “Kom doch, kom doch! Weiter, weiter!” Haar man probeert het gevaarte voorzichtig op z’n plek te manoeuvreren. Het gevaarte in kwestie – een ‘wohnmobile’ van zo’n metertje of twaalf – is inmiddels nog slechts een half metertje van de gillende vrouw verwijderd.
Van de man komen alleen zijn wenkbrauwen boven het stuur uit maar de flink uit de kluiten gewassen vrouw schijnt alle vertrouwen in haar echtgenootje te hebben. Centimeter voor centimeter kruipt de voorkant van het ‘wohngenuss’ richting haar voorhoofd. “STOP”, gilt ze en het ding komt deinend en sissend tot stilstand. Ze huppelt van genot tussen het gevaarte en de lantaarnpaal vandaan en kijkt, als een onvoorwaardelijk trouwe makker, richting de camperdeur. Het duurt een vijftal seconden voordat deze open zwiert en er, trots als een Duitser met een hele grote camper, een klein mannetje uitstapt. “Er steht”, zuchten ze in koor.
Het tafereeltje speelt zich af op de camperplaats in Willingen. In de winter een pittoresk skigebiedje, nu een bak grind in de volle zon. Op de goed verzorgde camperplaats staan zo’n tien campers in allerlei soorten en maten. Van een klein busje tot het zojuist gearriveerde penthouse op wielen waarvan de laatste duidelijk de show steelt. Geheel in paarlemoer waardoor het ding steeds van kleur lijkt te veranderen. Er hebben zich inmiddels enkele mannen en vrouwen bij de scène gevoegd die allemaal verlekkerd om de camper heen lopen. De eigenaar haalt iets uit z’n broekzak en als een goocheltruc gaat de achterkant van de camper langzaam open. De toeschouwers kijken hun ogen uit. Langzaam poept de lange camper een autootje uit. In precies dezelfde kleuren waardoor het eigenlijk meer op een geboorte lijkt. Zal mij niets verbazen als we dadelijk beschuit met muisjes krijgen.
En dan barst onder het groepje toeschouwers het niet te vermijden ‘groot en klein’-debat los. Heel handig zo’n klein autootje maar zo’n grote camper kan je niet overal kwijt. Maar aan de andere kant past er in zo’n grote camper wel een klein autootje. Een ander verdedigt het voordeel van een klein caravannetje met een grote auto er voor. Weer een ander gaat voor een camper met een auto erachter. Iemand roept over een kleine camper met fietsen achterop. De volgende ziet toch meer in een iets grotere camper met de fietsen er in. De laatste heeft een hekel aan fietsen. Een busje wordt een ‘blikken tent’ genoemd, de grote camper krijgt de titel ‘te klein huis op wielen’. Iedereen doet opgewonden en enthousiast aan het debat mee. Waarbij de kleine Duitser regelmatig een enorm luik van zijn camper opentrekt om te laten zien dat je in zijn ‘kastjes’ zelfs kan slapen. Hij wel ja.
Het mooie is dat voor al die verschillende mensen, met al hun verschillende meningen, er een oplossing is. En laten we hopen dat dat zo blijft. Zodat er op zo’n camperplaats altijd weer wat nieuws te zien is en dat we altijd wel wat te debatteren hebben. En mede dankzij de immense hoeveelheid bier die er in de grote camper van het gulle Duitsertje past bleef het nog lang gezellig in Willingen.
Theo Thomas