De ‘Torre de Belém’ in Lissabon
In mijn vorige column hebt u kunnen lezen dat we dit voorjaar Noord-Spanje en Portugal hebben bezocht. Uiteraard stond daarbij ook een bezoek aan Lissabon op het programma. We overnachtten op camping Lisboa in die stad.
Op de dag van aankomst stonden we om half twaalf al voor de poort. De inschrijving van nieuwe gasten was al begonnen, maar (helaas) niet al te snel, wij waren pas een half uur later op onze toegewezen plek. Op zich een mooie camping, maar wel echt een stadscamping. Het geraas van de A5 is niet van de lucht.
Lisboacard
Na de lunch reden voor het eerst naar het centrum van de stad. Blijkt met de bus drie kwartier tot een uur te duren. Achteraf hadden we beter naar het metrostation Est-Benfica kunnen gaan en vervolgens met de metro naar het centrum. Dat is wel even sneller. En met de Lisboacard, geldig voor openbaar vervoer is het reizen vrij gemakkelijk. Bovendien heb je dan nog gratis of voordelig toegang tot talrijke musea.
Deze eerste middag begonnen we op de Praça do Comércia, een prachtig plein, omringd door mooie gebouwen en een poort, en aan de andere kant de Taag. Het was even om stil van de worden, dat witte plein in de zon. Hierna liepen we door de Rua Augusta naar de Praça Dom Pedro IV, opnieuw een mooi plein met een aantal fonteinen.
We sloten af met de Sé Catedral (viel een beetje tegen, het interieur is erg somber) en de Nossa Senhora da Conceição Velha. Van deze laatste was vooral de voorgevel interessant, omdat deze na de aardbeving van 1755 is overgebleven. Het portaal kent nog veel details in manuelstijl. We konden het niet laten even terug te gaan naar de Praça do Comércio om de Taag nog een keer te bewonderen.
Torre en Mosteiro in Belém
De tweede hele dag begon met de busrit naar Belém, halverwege het centrum van Lissabon. Als eerste wilden we daar de beroemde Mosteiro dos Jerónimos bezoeken. We schrokken echter terug voor de lange rij mensen bij de kassa. Daarom eerst de kerk binnen gestapt; dat kan zonder kaartje. Dit gebouw bleek een voorbode van wat ons later nog te wachten stond. Indrukwekkend bewerkte pilaren, die tot het plafond reikten, straalden ons als het ware toe.
Langs de rivier de Taag en de tientallen toeristenbussen liepen we vervolgens naar de Torre de Belém. Op weg daarheen passeerden we het enorme Monument der Ontdekkingen, gewijd aan de Portugese ontdekkingsreizigers, zoals Hendrik de Zeevaarder, Vasco da Gama en Magellan. De Torre de Belém, indertijd als fort gebouwd, maakt vooral veel indruk vanwege de bouwstijl. Het kent een loggia, geïnspireerd door de Italiaanse architectuur. En de kantelen zijn versierd met het kruis van de Christusorde.
Terug bij de Moistero (en de nog steeds lange rijen) kwamen we op het idee om met de Lisboacard langs de rij te lopen. En dat lukte: die kaart geeft voorrang bij de (overigens zeer trage) kassa’s. Maar wij waren binnen en verwonderden ons over dit mooie gebouw. De prachtige kloostergang in manuelstijl, het graf van Vasco da Gama, de graven van Manuel I en de rest van de familie, het zijn allemaal staaltjes van mooie kunstzinnigheid.
Na de lunch op een terras aan de Taag reden we met de bus naar de Praça do Comércio en de Madre de Deus. Want daar wilden we het Museu Nacional do Azulejo bezoeken. We ontdekten dat dit een schitterend museum is, dat appelleert aan de trots van Portugal: de tegelkunst. De combinatie van de tegels met de Madre de Deus Kerk leverde een schitterend effect op. Je moet dit echt gaan zien als je in deze stad bent.
Jan Wessels